zondag 13 oktober 2013

Klas 2 Verwerkingsopdracht Blok 2

Casper en zijn moeder zitten aan de eettafel.
Ze praten.
Over de werkdag, over de schooldag en over spelletjes.
Casper begint een beetje te stamelen.
"I-ik weet hoe je beter kan worden. Eh misschien dan."
De moeder zucht: "Ik word heus wel beter, maargoed...wat is er?"
Casper gaat verder: "Nou, ik hoorde van Anouk dat haar vader beter was geworden door een alternatieve kliniek."
"Nou, daar geloof ik niet in" zegt de moeder.
Ze eten weer verder.

Casper zit na te denken.
Hij denkt over zijn moeder.
Over die tumor.
Over die dokter die haar misschien zou kunnen genezen.
Over zijn moeder die hem niet gelooft.
Die misschien... Casper slikt. Dood zou kunnen gaan.
Hij moest ervoor zorgen dat zijn moeder hem geloofde over die dokter. 
Terwijl hij na denkt, hoort hij iets.

Hij hoort zijn moeder.
Zachtjes snikken.
Hij gaat ernaar toe.

"Mam!"
"Oh hoi Casper"
Moeder ligt op bed.
De telefoon ligt naast haar, merkt Casper op.
"W-w-wat" stamelt Casper.
"Het ziekenhuis belde"
"Ze zeiden dat het.....ding, extreem gevaarlijk is."
Casper probeert de hoop die zijn moeder eerst had over te nemen.
"Er is nog hoop!" roept hij.

"Wat?" zegt zijn moeder
"Ik leef waarschijnlijk niet lang meer...."
"De alternatieve..." probeert Casper te zeggen
"Er is geen hoop meer" snikt de moeder.
"Is er WEL!" Casper krijgt steeds meer hoop.
"De alternatieve dokter!" roept Casper.

De hoop vloeit weer terug bij de moeder.
"We gaan"

Eenmaal aangekomen moeten ze lang wachten.
Casper en zijn moeder praten weer.
Maar nu gaat het over andere dingen.
Het gesprek duurt lang totdat er iemand roept:
"Linda Bossel?"

Ze gaan naar binnen.
De dokter was erg aardig.
De moeder vertelt het hele verhaal.
De koorts, het ziekenhuis en Caspers idee.

De dokter stuurt haar naar een andere kamer.
Casper mag er niet in.

Als ze eruit komen is het enige wat de moeder zegt:
"Dit gaat ons lukken"
"Dat weet ik"



maandag 16 september 2013

KLAS 2 Verwerkingsopdracht 1

Sandrine probeert haar ogen open te doen. Ze is nog steeds op de boerderij merkt ze op.
Ze ziet een schim bij haar staan. Het is Eduard, de knecht. Hij had haar dus gered.
Voordat ze iets kan zeggen, hoort ze Leon en Nicolas praten.
"Vader, dat was de dochter van de baron"
"Het boeit me niet wie ze is. Ze hebben eten, warmte en wij? Wij zouden opgepakt kunnen worden omdat we uit noodzaak konijnen stropen. Ze hebben het land, ze hebben ons ook. Het was het beste"
"Maar vad..."
"Niks maar vader. Het was de juiste keus"

Sandrine kijkt Eduard aan, die haar terugdraagt naar haar huis.

Eenmaal thuis gekomen, gaat ze op bed liggen. Ze denkt na. Over Nicolas, over haar vader, over Leon en het volk.

Ze wist dat het niet eerlijk verdeeld was, en ze wist dat het niet anders kon.
Ze kon nu ook alleen maar denken aan de aanval, het bloed, en de ademnood.


Nicolas komt langzaam binnen.
Sandrine denkt aan het gesprek tussen Nicolas en zijn vader, kijkt naar Nicolas. Maar Nicolas heeft dezelfde pernamente grijns als zijn vader.
Nicolas probeert er een lachje uit te krijgen.
Sandrine begint: "Nicolas, kun je het uitleggen. Dat is het enige"
Nicolas antwoordt: "Kan ik niet. Ik heb niet dezelfde geest als mijn vader."
Sandrine maakt een vingergebaar. "Eduard? Kun je deze uitlaten alstublieft?"
"En laat zijn vader opsluiten" "Ik wil antwoorden"

Sandrine voelt zich langzaam beter worden. Ze probeert te lopen. Ze loopt van de trap, waar haar vader een geroosterde kip voor haar klaar heeft staan.
Sandrine denkt eraan dat Nicolas de kost bij elkaar moet jagen en dat zij zomaar een kip heeft.
Sandrine gaat zitten en pakt een hap kip. "Ik krijg antwoorden", denkt ze "Via Leon, of via Nicolas. Maar ik krijg ze voor die halsmisdaad"

maandag 9 september 2013

Leesautobiografie


Hallo iedereen,
Ik ben Frank van Andel en dit is mijn leesbiografie.
Ik lees niet veel, dus als ik iets lees spreekt het me heel erg aan.
Een aantal boeken dat ik heb gelezen:
"De Alchemist" van Michael Scott, "Percy Jackson en de bliksemdief" van Rick Riordan en "De Winter" van Gary Paulsen.

Ze zijn allemaal erg mooi, maar wel down-to-earth, waardoor ze niet echt heftig zijn, ookal lijkt dat wel zo als je het verhaal hoort.

Als ik lees, lees ik op de bank, maar niet languit. Dat vind ik niet prettig.

De leukste boeken zijn de boeken waarbij je zelf kan nadenken hoe het verder gaat en de plottwist kunt voorspellen (detectiveboeken). Steeds hints krijgen waardoor je je gedachten moet bijsturen zijn erg leuk om in te duiken.

De boeken waarbij historische mensen een grappige persoonlijkheid worden gegeven zijn ook erg leuk, zoals De Alchemist en Percy Jackson en de bliksemdief.
Over het algemeen vind ik boeken die down-to-earth blijven het leukste.

De boeken die ik niet leuk vind zijn oorlogsboeken. Ik kan de reden niet echt verklaren, maar ik heb een paar theorieën. 
Die boeken hebben zo weinig ruimte om iets anders te doen.
Het gaat altijd om een jood die dood dreigt te gaan, of een verzetslied, of een normaal persoon (dat op onverklaarbare wijze zich toch in de problemen krijgt.)

Ook het moraal dat eromheen hangt. (Die oorlog is slecht) irriteert me.
Het is gebeurt en ik leef niet in die tijd en dan toch die confrontatie dat altijd op hetzelfde uitdraait. 
Met alle respect, dat wordt gewoon irritant vind ik.

Ik heb ook de pest aan clichés.
Een hoofdpersoon die gaat spioneren bij de hoofdverdachte, wordt gesnapt, opgesloten en dat die hoofdpersoon door een ventilatieschacht ontsnapt is al honderd keer gedaan.
Om zo een romantische komedie te kijken en de clichés eruit te halen en de volgende te voorspellen is een hobby van me, maar in een boek wil ik dat niet.
Ik wil wat onvoorspelbaarheid.

De boeken die ik nog op mijn verlanglijst heb staan zijn de overige boeken uit de serie "De Alchemist".