maandag 6 juni 2016

Boekverslag Een tafel vol vlinders

Algemene Informatie
Auteur: Tim Krabbé
Titel: Een tafel vol vlinders
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2009
Druk (jaar van eerste uitgave): 2009
Aantal pagina’s: 90
Genre: Psychologische roman

Samenvatting
Deel 1
Fred Berkow is journalist en reislustig. Hij is op het moment dat de novelle begint op reis in Siberië, waar hij met een klein maar dapper gezelschap de krater van de Gloebinyi-vulkaan beklimt. Hij durft niet helemaal tot het einde te gaan.
Wanneer ze weer teruggekeerd zijn, belt hij zijn vrouw Carla, maar tegelijkertijd belt zij hem.. Ze vraagt hem straks terug te bellen en vanaf dat moment voelt Bram zich onrustig. Hij denkt dat Bram dood is en hoort zich zelf al een toespraak houden voor zijn overleden zoon.
Daarna denkt hij terug aan de wijze waraop hij Bram leerde kennen. Bram was de 3-jarige zoon van Nicolien en vanaf het eerste moment was hij niet alleen op Nicolien gevallen maar ook op haar zoontje. Hij voelde meteen liefde voor het ventje en hij doet er heel veel voor. Ook al is Fred zelf nog maar jong (19 jaar) Nicolien laat Fred daarna in de steek voor een tandarts, maar Bram mag steeds komen wonen bij hem. Ze doen aan een soort co-ouderschap. Bram is een heel slim ventje dat al snel kan lezen en schrijven. Hij wil ook te allen tijde voorkomen dat Bram confectie wordt, zo’n doorsneemannetje. Bram moet origineel blijven.
Brams echte vader is een week na de geboorte weggelopen. Volgens Nicolien was het een echte klootzak.

Als de tandarts Nicolien zwanger maakt, stelt deze ook voor om Bram te “echten.” Hij heeft namelijk ook een vervelende achternaam. Bontje, maar Fred is het niet eens met het voorstel. Wanneer Bram acht is, wil hij van Fred weten wat zijn vader heeft uitgespookt. Die heeft namelijk zelfmoord gepleegd door van een dak te springen en Fred laat de plek zien aan Bram waar dit is gebeurd. Vooralsnog maakt het niet veel indruk. Fred maakt reizen met Bram en die mag dan als schrijvertje ook zijn reisverhalen publiceren in de bladen. Dat is in het begin erg succesvol en Fred denkt dat Bram later echt een schrijver zal worden. Bij een van die reizen naar Schotland krijgen ze verschil van mening over een te volgen route. Bram doet zijn eigen zin en raakt even verdwaald van Fred. Wanneer hij ’s avonds naar hem zoekt, ziet hij aan de overkant van een vijver een silhouet. Fred vaagt zich af of die “vijverspook” Bram is, maar hij vraagt er niet naar. Daarna gaan ze steeds minder vaak samen op reis en op één van zijn soloreizen ontmoet Fred Carla: een heel aardige vrouw die bovendien goed voor Bram is.
Die is wel intelligent maar werkt niet hard op school. In zijn jeugd heeft hij van Fred een boek gekregen overeen magische steen in Nieuw-Zeeland. Die moet je aanraken en dan begint je leven opnieuw. Hij wil de man van het verhaal zijn en naar Nieuw -Zeeland vertrekken. Bram gaat daarom na zijn eindexamen werken om de reis te kunnen maken. Zeer tot verdriet van Nicolien en de tandarts. Bram weet wel Nieuw-Zeeland (via Griekenland) te bereiken , gaat ook naar de magische steen, maar komt daarna toch vrij snel weer terug naar Nederland. 
Hij gaat als chauffeur werken bij een transportbedrijf. Fred wil hem uitnodigen om mee naar Siberië te gaan, maar Bram weigert. Wel zal hij Fred naar Schiphol brengen. Wanneer hij Bram gaat afhalen, ziet hij dat de jongen verliefd is. In de auto vertelt hij over zijn liefde Emma die voor hem geschapen is. Fred waarschuwt hem voor te veel impulsiviteit. Geniet eerst van je leven is zijn advies aan Bram. Dan vraagt hij vlak voor Schiphol nog of Bram het vijverspook was. Die ontkent het.

Deel 2
Dit deel is in de vorm van een dagboek van Bram. Hij vertelt van zijn eerste bijzondere ontmoeting met Emma, een meisje dat hij op de tram ontmoet door een wonderlijk toeval. Maar hij vindt dat het geen toeval is, sinds hij in Nieuw-Zeeland is geweest. Hij heeft daar wel een oudere vrouw Naomi Silver “gehad”. (ze was 36 jaar geweest toen hij korte tijd bij haar verbleef. Het meisje heeft een vriend in Amerika en zal binnenkort met hem trouwen. Maar ze wordt toch ook verliefd op Bram en het duurt niet lang of ze hebben voor de eerste keer seks met elkaar. Dat gebeurt op de kleine kamer van Bram en daarna brengt hij haar steeds naar huis, waarbij ze elkaar altijd kussen bij de tramhalte. Een mooi ritueel. Ze denken dat ze de twee helften van de ziele zijn ,zoals in de klassieke mythologie wordt voorgesteld.
Hoewel ze een lager IQ heeft dan Bram, vindt hij dat toch niet zo erg. Ze maakt het uit met haar vriend die overkomt : een erg zekere en saaie jongen. (Arnold Danmaarweer, bijnaam omdat ze altijd na een verkering weer op hem terugviel)
Emma heeft ook een eigen poldertje waar vrijwel niemand komt en waar ze dus ook de liefde in het open veld kunnen bedrijven. Ze worden aanvankelijk steeds gekker op elkaar. Doen dingen die verliefden doen: bijvoorbeeld overdag in de auto van de zaak naar het polderweitje om daar te vrijen. 
De illusie wordt dan ook later wreed verstoord wanneer twee milieutypes in het poldertje bloemen komen plukken. 
Bram gaat Fred wegbrengen naar Schiphol, zodat hij een week de auto van zijn stiefvader heeft om met Emma naar het strand te kunnen gaan. Hij praat met hem over zijn liefde voor Emma en zijn vader waarschuwt hem voor een te vaste band op een te jonge leeftijd.. Op de terugweg rijdt hij op een weg langs een spoorbaan, waarlangs verlepte sla groeit.
Bram gaat ook nadenken over zijn biologische vader Emma en zoekt contact met zijn grootouders van die kant. Hij maakt een afspraak en wanneer hij ze ontmoet, weet zijn oma hem zover te krijgen dat hij gaat nadenken over zijn bestaan. “Breek met alles”. Zegt zijn oma. Hij gaar weg bij het transportbedrijf en wil nu Nederlands gaan studeren, maar zijn eerste kennismaking met de studentes, is niet best. Hij weet niet goed wat hij moet doen: weggaan en eerst reizen en hopen dat Emma op hem zal wachten. Of blijven voor Emma en dan toch meer een confectiemannetje worden. Dan neemt hij een beslissing. “ De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders.

Hij gaat in Freds auto met Emma naar het strand en besluit haar recht in haar gezicht te zeggen dat hij niet meer van haar houdt. Resoluut keert Emma zich om en zegt dat ze hem nooit meer wil zien. Waarschijnlijk gaat ze weer terug naar Arnold “Danmaarweer.” Diezelfde avond heeft hij al spijt. Hij gaat schrijven aan zijn tafel. De tafel met vlinders raakt leger en leger. 
Bram wordt ineens depressief: hij denkt dat hij de mensen in zijn omgeving ongeluk brengt. Hij neemt een besluit: .
Ik ben geen Tepuki, ik ben de zoon van Menno Bontje van wie ik niets weet, behalve dat hij de kracht had om te doen wat ik ga doen. Zijn moeder heeft het me zelf gezegd: “Breek met alles wat je dacht te zijn.”
Mijn sleutels liggen voor me, klaar om mee te nemen. Sorry van je auto, Fred. Ik stap in en rijd naar de verlepte kropjes sla. Daar kijk ik op mijn horloge en zal zien dat het op nul staat.
En nu krijg ik te zien wat geen schrijver kan beschrijven: het opdrogen van de laatste punt.

Emma. 

Verwachtingen:
Ik had geen specifieke verwachtingen

Motieven en thema
Motieven:
Vader-zoon-relatie
Volwassenheid
Liefde
De zin van het leven
Reizen

Thema
Het leven

Oordeel
Schrijfstijl
Tim Krabbé maakt vaak korte zinnen, waardoor het boek goed te volgen is.
Ook beschrijft hij vaak de gedachtes van de personages en is er weinig dialoog.
Hierdoor kom je te weten wat de personages denken en dat is mooi gecombineerd met het feit dat het boek uit twee vertellers bestaat.

"Ze woonde aan de andere kant van het café en ze vond het goed dat ik haar naar huis bracht. We liepen naast elkaar, zonder elkaar aan te raken. We praatten ook niet. Ik hoorde de tikjes van haar hakken. Als ik die tram had laten gaan, dan had ik die tikjes niet gehoord."

Inhoud
Vertelperspectief
Het vertelperspectief in Een tafel vol vlinders is opgedeeld in twee delen.
Het eerste deel is in de hij-vorm, waarbij Fred de focaliserende persoon is.

Het tweede deel wordt gezien door de ogen van Bram, die door zijn schrijfdummy in het ik-perspectief vertelt.

Doordat Bram en Fred elkaar afwisselen, krijg je in het laatste deel van deel een en het eerste deel van deel twee een kleine overlapping, maar voor de rest zijn de twee verhalen uniek.
Ik vind het jammer dat er zo weinig overlapping is, want ik denk dat het van twee kanten belichte stuk het beste deel was.

Tijd
Het eerste deel van het boek dient als flashback, het beschrijft Bram door zijn leven heen in een vogelvlucht.
Daarbij moet je goed opletten, want er worden regelmatig tijdsprongen gemaakt en door het hij-perspectief wordt er vaak geen verschil gemaakt tussen Bram en Fred.
Hierbij moet je dus goed opletten over wie het gaat.
Zo is het in het eerste deel dus heel lang onduidelijk hoe oud Bram nu precies is.

Eindoordeel
Het grote pluspunt van het boek is dat het zo klein is.
Naast dat je het snel uitleest, kun je ook dingen uit het begin van het boek onthouden tot aan het eind van het boek, waardoor je makkelijk verbindingen kan leggen en het boek makkelijk kan doorgronden.
Één voorbeeld daarvan is deze zin:

"Ik ben de zoon van Menno Bontje van wie ik niets weet, behalve dat hij de kracht had om te doen wat ik ga doen"
(Menno pleegde zelfmoord)

Dit slaat terug op de vermoedens van Fred:
"Hij is dood, dacht hij. Wie om acht uur 's ochtends de telefoon niet opneemt, die is dood"

Doordat het boek zo klein is, kan de schrijver de connectie weglaten om hem door de lezer zelf in te vullen.
Tim Krabbé heeft niets gezegd over dat Bram dood is, en heeft al helemaal niet bevestigd dat Fred dus gelijk had.
Dit alles wordt slechts geïnsinueerd en de situatie wordt hierdoor zoveel beter beschreven.

Bronnen:
http://www.scholieren.com/boekverslag/67677